Hyperparathyreoïdie

Hyperparathyreoïdie is een situatie waarbij de bijschildklier een overmaat aan bijschildklierhormoon (parathormoon, PTH) maakt. Doordat er door één of meerdere overactieve, vergrote bijschildklieren een overschot aan PTH geproduceerd wordt, stijgt het calciumgehalte in het bloed te veel, terwijl de fosfaatwaarde te veel daalt. Hyperparathyreoïdie zorgt dus voor een verstoring van de calcium-fosfaat balans.

Een verhoogde calciumwaarde in het bloed verhoogt de kans op nierstenen en botontkalking (osteoporose). PTH zorgt namelijk voor een stijging van het calciumgehalte in het bloed door onder andere calcium uit de botten te halen. Hierdoor worden de botten afgebroken. Botten dienen als calcium buffer, die zich in nood opofferen om de calciumwaarde in het bloed op peil te houden. Daarnaast verhoogt PTH de calciumspiegel door de opname van calcium uit voeding in de darmen te verhogen. Om dit voor elkaar te krijgen zorgt PTH voor de activatie van vitamine D (1?,25 dihydroxycholecalciferol) in de nieren. Vitamine D verbetert namelijk de opname van calcium uit de voeding. Verder verlaagt PHT de uitscheiding van calcium via de urine doordat het de nieren stimuleert om meer calcium uit de urine terug te trekken.

Een te snel werkende bijschildklier kan gepaard gaan met de volgende symptomen:

  • botontkalking (osteoporose)
  • nierstenen
  • hoge bloeddruk
  • buikklachten
  • psychische klachten
  • vermoeidheid
  • erge dorst
  • veel plassen
  • obstipatie
  • misselijkheid
  • maagzweren

Maar vaak veroorzaakt hyperparathyreoïdie nauwelijks klachten. De diagnose wordt vaak bij toeval gesteld.

Parathormoon is de tegenhanger van calcitonine, een hormoon dat de calciumspiegel juist laat dalen.

Terug naar kennisbank overzicht