Hyperthyreoïdie

Bij hyperthyreoïdie is er een overschot aan schildklierhormoon. Dit kan komen door een overdosering schildkliermedicatie (levothyroxine) of door een ‘snelle schildklier‘. Bij hyperthyreoïdie is de TSH verlaagd en het FT4 verhoogd. Door het overschot aan schildklierhormoon is de stofwisseling verhoogd. Hyperthyreoïdie kan zich in verschillende symptomen uiten:

  • Nervositeit
  • Gewichtsverlies ondanks toegenomen eetlust
  • Vermoeidheid
  • Hyperkinesie (overmatige bewegingsdrang)
  • Vaak warm hebben
  • Overmatig zweten
  • Pretibiaal myxoedeem
  • Exoftalmie (uitpuilende ogen)
  • Pijn in of achter de ogen
  • Lichtschuwheid of verminderde visus
  • Struma/krop (gezwollen schildklier)
  • Tachycardie (versnelde hartslag)
  • Atriumfibrilleren (onregelmatige en versnelde hartslag)
  • Tremor (beven/trillen van spieren)
  • Kortademigheid bij inspanning
  • Spierzwakte (krachtverlies in de spieren)
  • Geheugenzwakte
  • Instabiliteit, geïrriteerdheid, angst, andere psychisch klachten
  • Retractie (terugtrekking) van het bovenooglid

Hyperthyreoïdie kan verschillende oorzaken hebben:

Om te achterhalen of hyperthyreoïdie door de auto-immuunziekte Graves wordt veroorzaakt, worden TSH-R antistoffen in het bloed gemeten.

Terug naar kennisbank overzicht