Langzame schildklier

Een langzame schildklier is een situatie waarbij de schildklier te weinig schildklierhormoon aanmaakt. Dit staat ook wel bekend onder de termen: trage schildklier, vertraagde schildklierfunctie, traag werkende schildklier en hypothyreoïdie. Een langzame schildklier heeft verschillende oorzaken.

In ruim 90 procent van de gevallen is de ziekte van Hashimoto de oorzaak. Daarnaast kan een langzame schildklier ook na een bevalling optreden. Dit wordt post-partumthyreoïditis genoemd. Indien een vrouw binnen één jaar een langzame schildklier ontwikkelt gaat het vaak om post-partumthyreoïditis. Wanneer een langzame schildklier het gevolg is van een schildklieroperatie, bestraling van de hals of het gebruik van medicatie (Lithium of Amiodaron), wordt het iatrogene hypothyreoïdie genoemd. Een stille of pijnloze lymfocytaire thyreoïditis lijkt op de ziekte van Hashimoto, maar heeft enkele verschillen. Zo gaat een stille of pijnloze lymfocytaire thyreoïditis vaak onopgemerkt voorbij, omdat de klachten en afwijkingen van de bloedwaarden minder ernstig zijn. Het herstelt vaak vanzelf, terwijl dit bij Hashimoto niet het geval is.

Volgens het NHG-standaard schildklieraandoeningen voldoet het meten van TSH en vrij T4 (fT4) voor het stellen van de diagnose ‘langzame schildklier’. Complementaire (alternatieve) gezondheidswerkers zoals natuurgeneeskundigen, orthomoleculair therapeuten en kPNI therapeuten zijn van mening dat er meer nodig is voor het stellen van een goede diagnose. T4 moet namelijk nog omgezet worden in T3 en dit gebeurt niet altijd voldoende. Dit betekent dat de TSH en het vrije T4 goed kunnen zijn, maar dat er te weinig vrij T3 aanwezig is. Hierdoor kan men klachten hebben. Daarom raden complementaire gezondheidsmedewerkers vaak aan om ook vrij T3 (fT3) te laten meten.

Verder worden de antistoffen anti-TPO en anti-Tg soms gemeten om te achterhalen of de langzame schildklier door de auto-immuunziekte Hashimoto wordt veroorzaakt. Niet iedereen is het eens over de toegevoegde waarde van deze antistoffen. Volgens het NHG-standaard schildklieraandoeningen hebben de antistoffen onvoldoende vermogen om onderscheid te kunnen maken tussen de verschillende typen hypothyreoïdie.

Terug naar kennisbank overzicht