Ferritine

Ferritine is een eiwit dat ijzer bevat en wordt geproduceerd door het lichaam. Het speelt een belangrijke rol in ijzeropslag. Ferritine wordt gevonden in de lever, spieren, beenmerg en een klein deel wordt gevonden in het bloed. Het helpt bij het op voorraad houden van ijzer in je lichaam, zodat het beschikbaar is wanneer het nodig is voor bijvoorbeeld de aanmaak van schildklierhormonen of hemoglobine, een eiwit in rode bloedcellen dat zuurstof door je lichaam transporteert.

Waarom wordt een ferritine test gedaan?

Artsen meten vaak ferritine in het bloed om de hoeveelheid ijzer in het lichaam te meten. Dit kan helpen bij het diagnosticeren van bloedarmoede, ijzerstapelingsziekte of andere aandoeningen die gerelateerd zijn aan ijzer. Daarnaast kan het ferritinegehalte iets zeggen over ontstekingen.

Hoe wordt een ferritine test uitgevoerd?

Een ferritine test wordt uitgevoerd door bloed af te nemen en dit vervolgens te onderzoeken op de hoeveelheid ferritine. De test is niet pijnlijk en duurt slechts enkele minuten.

Wat betekent de uitslag van mijn ferritine waarde?

De uitslag van een ferritine test geeft de hoeveelheid ferritine in je bloed aan. De normaalwaarden (referentiewaarden) verschillen per lab, maar er is ook verschil tussen geslacht en leeftijdscategorieën. Meestal zie je de referentieaarden van het lab links of rechts naast jouw ferritinewaarde staan. Hieronder zie je als voorbeeld de referentiewaarden die Sanquin aanhoudt.

Normale waarde:
Een normale ferritine waarde ligt tussen de 25-250 µg/L (microgram per liter) voor mannen en 20-100 µg/L voor vrouwen. De normaalwaarden voor vrouwen liggen lager, vanwege menstruatie, zwangerschap, borstvoeding en hormonen. Sommige laboratoria houden voor pre-menopauzale vrouwen een referentiewaarde van 20-150 µg/L aan en voor vrouwen na de overgang 20-250 µg/L.

Verlaagde waarde:
Een te lage ferritine waarde (onder 25 µg/L bij mannen en onder 20 µg/L bij vrouwen) kan wijzen op een ijzertekort, waardoor bloedarmoede kan ontstaan.

Verhoogde waarde:
Een te hoge ferritine waarde (boven 250 µg/L bij mannen en boven 100 µg/L bij vrouwen) kan duiden op een ontsteking. Een sterk verhoogd ferritinegehalte (boven 500 µg/L) kan wijzen op een ijzerstapelingsziekte (hemochromatose), leverziekte of een auto-immuunziekte.

Let op:
Ferritine is een eiwit dat zorgt voor de binding van ijzer bij de opslag. Het is een meetgraad voor de ijzeropslag in het lichaam. Daarnaast is het ook een acute fase eiwit, wat betekent dat de ferritine waarde tijdens een ontsteking (infectie) omhoog gaat. De aanwezigheid van ontsteking kan daarom een ijzertekort maskeren. Bij de interpretatie van ferritine geldt daarom:

  • Als bij de aanwezigheid van ontsteking (infectie) de ferritineconcentratie onder 100 µg/L is, dan kan er een ijzertekort zijn, ondanks het ferritinegehalte binnen de referentiewaarden valt.
  • Een ferritineconcentratie boven 100 µg/L sluit een ijzergebrek zo goed als uit als er een ontsteking (infectie) aanwezig is.

Voor een goede interpretatie van de ijzerstatus wordt daarom aangeraden om naast ferritine ook het CRP (C-reactief proteïne) te meten, een marker voor ontsteking (infectie).

Symptomen ferritine tekort (ijzertekort)

Een ijzertekort kan zich uiten in verschillende klachten, waaronder:

  • Bloedarmoede (ernstigste vorm van ijzertekort, waarbij het hemoglobine verlaagd is)
  • Vermoeidheid
  • Concentratieproblemen
  • Haaruitval
  • Duizeligheid
  • Bleke huid
  • Rusteloze benen (drang om ze te bewegen)
  • Snel buiten adem zijn
  • Verminderd geheugen bij kinderen
  • Verstoord leergedrag bij kinderen
  • Kortere zwangerschapsduur bij vrouwen die net zwanger zijn

Oorzaken laag ferritine en ijzer

Een tekort aan ferritine en ijzer kan verschillende oorzaken hebben, waaronder:

  • Aangeboren laag ferritinegehalte.
  • Te lage inname van ijzer via je voeding. Voorbeelden van ijzerrijke voedingsmiddelen zijn vlees, lever, vis, ei en spinazie.
  • Veel bloedverlies tijdens hevige menstruaties.
  • Bloeddonaties – daarom wordt het doneren van bloed afgeraden als je al een tekort aan ferritine hebt.
  • Verlies occult bloed (verlies van bloed in ontlasting, wat niet/nauwelijks zichtbaar is).
  • Langdurige fysieke inspanning, zoals bijvoorbeeld bij duursporten zoals hardlopen en wielrennen.
  • Een infectie met de maagbacterie Helicobacter pylori kan mogelijk op verschillende manieren een ijzertekort veroorzaken: via bloedverlies in het maagdarmkanaal, verminderede ijzeropname uit voeding of verhoogd verbruik van ijzer door de bacterie H. Pylori.
  • Suppletie van zink, koper en magnesium. Deze voedingsstoffen gebruiken namelijk dezelfde transporter als ijzer, waardoor er competitie voor opname ontstaat.
  • Verminderde ijzeropname in dunne darm door maagzuurtekort (auto-immuun gastritis, H. pylori infectie, hypothyreoïdie – trage schildklier: dus verhoogd TSH en verlaagd FT4 – en/of beschadigd darmslijmvlies door de auto-immuunziekten coeliakie en Crohn).

Ferritine en ijzerstatus verhogen

  • Als je te weinig ijzerrijk voedsel eet, dan kan het eten van meer ijzerrijke voeding helpen. Als dit niet voldoende lukt, dan kan een supplement overwogen worden.
  • Vitamine C (uit groente, fruit en supplementen) kan de opname van ijzer uit de voeding verhogen. Daarentegen belemmeren melk, koffie en thee de ijzeropname juist.
  • Artsen schrijven bij een ijzertekort en te lage ferritine waarde vaak staaltabletten voor en soms een ijzerinfuus. Dit laatste gebeurt als ijzerpillen niet snel genoeg werken of als ze niet gebruikt kunnen worden.
  • Bij een infectie met de H. pylori bacterie kan een medische behandeling helpen.
  • Bij coeliakie is het essentieel dat je alle gluten voor 100 procent vermijd, zodat je darmslijmvlies kan herstellen en je het ijzer uit je voeding beter op kunt nemen.
  • Bij de ziekte van Crohn kan een medische behandeling helpen, maar ook het auto-immuun protocol en AIP dieet kunnen helpen bij het herstellen van je darmslijmvlies en het verbeteren van de ijzeropname.
  • Als je supplementen met zink, koper of magnesium gebruikt, houd dan minimaal 4 uur tussen de inname van ijzerrijke voeding en de inname van deze supplementen, zodat ze de ijzeropname niet belemmeren door competitie met de transporters.
  • Bij een tekort aan maagzuur moet de maagzuurproductie hersteld worden met aanpassingen in voeding en leefstijl (als dit mogelijk is). Daarnaast kan eventueel een supplement met betaïne HCL ingezet worden om de maag zuurder te maken en zo de vertering van eiwitten en opname van ijzer te bevorderen. Zo’n supplement kan wel maagklachten veroorzaken als je maagslijmvlies beschadigd is. Laat je adviseren door een deskundig therapeut of arts.
  • Als je vaak langdurig intensief sport, dan kan het verminderen van de intensiteit en duur mogelijk helpen met het verhogen van je ijzerstatus en ferritine waarde.

Symptomen verhoogd ferritine

Een verhoogd ferritinegehalte kan met verschillende klachten gepaard gaan, waaronder:

  • Suikerziekte (diabetes)
  • Hartaandoeningen
  • Gewrichtsklachten

Ferritine, ijzer en de schildklier

Een gezonde ijzerstatus is onder andere van groot belang voor een normale werking van de schildklier en de activiteit van schildklierhormonen. De schildklier is een klier in de hals die hormonen produceert. Deze zijn belangrijk voor groei en ontwikkeling. Het ijzer helpt de schildklier bij het maken van schildklierhormonen.

Wanneer er te weinig ijzer in het lichaam is, kan de schildklier niet goed werken. Dit kan als gevolg hebben dat er problemen ontstaan met de groei en ontwikkeling van ons lichaam. Er zijn aanwijzingen dat een tekort aan ijzer kan bijdragen aan de klachten bij auto-immuunthyreoïditis. Dit is een chronische ontsteking van de schildklier. Deze wordt veroorzaakt door een ‘’aanval’’ van je immuunsysteem op je eigen schildklier. Hierdoor ontstaat meestal na verloop van tijd een tekort aan schildklierhormonen (hypothyreoïdie, in de volksmond ‘trage schildklier’ genoemd). Met als gevolg dat er heel veel processen binnen je lichaam verstoord raken, waaronder ook de functies van vitale organen, zoals je hart. De bijkomende klachten kunnen erg variëren. Het is daarom belangrijk om ervoor te zorgen dat er voldoende ijzer in het lichaam aanwezig is en een ijzertekort op te lossen.

Veel mensen met een trage schildklier hebben een lage ferritinewaarde. Dit kan de reden zijn waarom restklachten aanwezig blijven. Dit zijn de klachten die schildklierpatiënten houden, ondanks het gebruik van schildkliermedicatie en goede bloedwaarden (TSH, FT4 en T3). Bij een ferritine-status onder de 100 µg/L kunnen klachten aanwezig blijven.

Er blijkt een verband te zijn tussen de ferritine-status en de productie van het inactieve schildklierhormoon reverse T3 (rT3). Hoe lager de ferritine-status, hoe hoger de rT3 productie. Daarentegen blijkt een hogere ferritinewaarde samen te gaan met een hogere concentratie van de schildklierhormonen FT4 en FT3.

Het verhogen van de ferritinewaarde boven de 100 µg/L kan mogelijk voor een vermindering van klachten zorgen, maar het gebruik van ijzersupplementen kunnen mogelijk ook nadelige effecten hebben. Laat je daarom adviseren door een deskundige arts of endocrinoloog.

Schildklier Workshop Schildklierklachten Verminderen. Ruud Rotteveel

Je voeding en leefstijl hebben een grote invloed op hoe jij je voelt bij een schildklieraandoening. Uit praktijkervaring kan ik je vertellen dat ‘schildklier’ klachten vaak worden veroorzaakt door een ongezonde leefstijl (te weinig beweging, ontspanning en slaap), voedingstekorten en voedselovergevoeligheden. De afgelopen jaren heb ik veel schildklierpatiënten geholpen met het verminderen van uiteenlopende restklachten, zoals vermoeidheid, spier- en gewrichtspijn, maag-darmklachten, geheugen- en concentratieproblemen, brain fog, stemmingswisselingen, hoofdpijn, snelle overprikkeling en slaapproblemen. Mijn belangrijkste inzichten en de adviezen die het meest effectief waren, deel ik in mijn online workshop Schildklierklachten Verminderen. Klik hier als je wilt ontdekken wat je zelf kunt doen om restklachten te verminderen.

Klik hier om de bronnen te zien
Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A2940 (klik op tabblad ‘achtergrond’ onderaan het artikel)
Muhsen, K., & Cohen, D. (2008). Helicobacter pylori infection and iron stores: a systematic review and meta-analysis. Helicobacter, 13(5), 323-340.
Rayman, M. P. (2019). Multiple nutritional factors and thyroid disease, with particular reference to autoimmune thyroid disease. Proceedings of the Nutrition Society, 78(1), 34-44.
Terug naar kennisbank overzicht