Inhoud van deze blog
Koolhydraten kunnen op verschillende manieren onderverdeeld worden. Bijvoorbeeld in suiker, zetmeel en vezels. Maar ook in de minder bekende cellulaire- en acellulaire koolhydraten. Beide hebben een ander effect op de gezondheid. In dit artikel lees je wat het verschil is, in welke voedingsmiddelen beide koolhydraten zitten en wat de effecten op de gezondheid zijn.
Cellulaire en acellulaire koohydraten
‘Cellulair’ betekent dat de suikers in de cellen van de plant zijn opgeslagen. Doordat de suikers in de cellen zijn opgeslagen komen ze na het eten langzaam vrij. Daarentegen bestaan er ook acellulaire koolhydraten. ‘Acellulair’ betekent dat de suikers niet in de cellen van de plant zijn opgeslagen. Dit zorgt ervoor dat de suikers na het eten snel vrijkomen.
Voeding met acellulaire koolhydraten
Als je een voedingsmiddel door de midden snijdt kun je zien of de suikers in de cellen zijn opgeslagen. Als je bijvoorbeeld een wortel door de midden snijdt dan zie je ringetjes. De koolhydraten zitten in de cellen opgeslagen. Maar bij een aardappel zie je geen ringen als je hem door de midden snijdt. Hierbij zitten de koolhydraten niet in de cellen opgeslagen.
Cellulaire koolhydraten komen voor in wortels, knollen, bollen, groenten en fruit. Het zijn gezonde koolhydraten en zorgen voor de opbouw van een gezonde mond- en darmflora (samenstelling van micro-organismen zoals bacteriën, virussen, schimmels, gisten en parasieten) die overeenkomt met de evolutionaire flora van de mens.
Daarentegen komen acellulaire koolhydraten voor in onder andere granen en aardappels. Dus ook de producten die van deze voedingsmiddelen worden gemaakt, zoals brood, wraps, crackers, ontbijtgranen, pasta, rijst(wafels), maïs(wafels), popcorn, patat, chips, aardappelpuree, aardappelroosjes en aardappelschijfjes.

Verstoring van mond- en darmflora
Cellulaire koolhydraten vormen een voedingsbodem voor gezonde mond- en darmbacteriën en dragen daarom bij aan de opbouw van een gezonde mond- en darmflora. Daarentegen functioneren accelulaire koolhydraten als voedingsbron voor ‘slechte’ mond- en darmbacteriën. Het regelmatig eten van acellulaire koolhydraten leidt tot de ontwikkeling van een ongezonde mond- en darmflora. Hierbij is er sprake van een overgroei aan ‘slechte’ mond- en darmbacteriën (en/of schimmels/gisten).
Laaggradige ontsteking
Het regelmatig eten van acellulaire koolhydraten leidt, via de ontwikkeling van een ongezonde flora, tot chronische ontstekingsactiviteit. Zo leidt het frequent eten van acellulaire koolhydraten eerst tot de ontwikkeling van ontstoken tandvlees (gingivitis en parodontitis), waardoor het tandvlees beschadigd raakt. Hierdoor kunnen ongewenste stoffen, zoals bacteriën, onverteerde voedingsresten en gifstoffen in de bloedbaan terecht komen en zich via het bloed verspreiden. Dit leidt tot een immuunreactie met in veel gevallen een systemische laaggradige ontsteking als gevolg. Daarnaast leidt een ongezonde darmflora tot beschadiging van de darmbarrière, waardoor ook hier bacteriën en ongewenste stoffen de bloedbaan in kunnen lekken en laaggradige ontsteking kunnen veroorzaken.
Verstoring van het hormoon leptine
De ontstekingsbevorderende mond- en darmflora leidt uiteindelijk tot een verstoorde werking van het hormoon leptine. Dit is een verzadigingshormoon en geeft een signaal aan de hersenen dat er voldoende energie aanwezig is. Hierdoor raak je verzadigd en stop je met eten. Daarnaast geeft leptine toestemming om je stofwisseling te verhogen en meer energie te verbranden. Ook mag je bewegen en voortplanten, want er is voldoende energie. Maar als de werking van leptine verstoord is krijgen je hersenen geen signaal dat er voldoende energie aanwezig is. Je raakt niet verzadigd, je energieverbranding mag niet omhoog, je mag geen koorts ontwikkelen, en je mag niet bewegen en voortplanten. Er is namelijk weinig energie en de energie die wel aanwezig is moet zoveel mogelijk bespaard blijven.
Kenmerken van een verstoorde leptinewerking
Mensen waarbij de werking van leptine verstoord is, hebben de hele dag door trek en hebben veel eetmomenten. Tegelijkertijd gaat hun activiteit omlaag. Ook al willen ze graag bewegen. Het lukt ze niet, want hun lichaam krijgt geen toestemming om meer energie te verbruiken. De stofwisseling mag niet omhoog (vertraagde schildklierfunctie), omdat het lichaam denkt dat er te weinig energie aanwezig is. Dit uit zich in afwijkende schildklierwaarden (TSH, T4, T3, rT3). Daarnaast hebben deze mensen vaak overgewicht en hebben ze moeite om af te vallen. Enerzijds is dit het gevolg van het niet verzadigd raken, waardoor ze te veel eten. Anderzijds wordt dit veroorzaakt doordat deze mensen minder energie verbranden omdat hun schildklierfunctie vertraagt is en zij geen toestemming krijgen om te bewegen.
*In mijn andere artikel lees je wat kenmerken van een vertraagde schildklierfunctie zijn.
Omdat het lichaam denkt dat er te weinig energie aanwezig is mag een vrouw zich niet voorplanten, wat zich in onvruchtbaarheid en/of libidoverlies kan uiten. Een zwangerschap kost namelijk veel energie. Ook mag er geen koorts ontwikkeld worden, aangezien dat ook erg veel energie kost. Mensen met een verstoorde leptine werking hebben daarom nooit of bijna nooit koorts.
Kortom
Cellulaire koolhydraten zitten in de cel opgeslagen, terwijl acellulaire koolhydraten buiten de cel opgeslagen zitten. Cellulaire koolhydraten vormen een voedingsbodem van gezonde mond- en darmbacteriën en versterken de gezondheid. Daarentegen vormen acellulaire koolhydraten een voedingsbodem voor ongezonde mond- en darmbacteriën (en/of schimmels en gisten) en verzwakken de gezondheid. Een ongezonde flora leidt tot ontsteking en een verstoorde werking van leptine. Dit uit zich in verschillende aandoeningen, zoals overgewicht, ontstekingsklachten, een traag werkende schildklier, onvruchtbaarheid, libidoverlies, vermoeidheid en luiheid.
Om ontsteking te remmen en de functie van leptine te herstellen, moet zowel de mond- als darmflora hersteld worden. In mijn andere artikelen lees je hoe je de mondflora en darmflora kunt herstellen en optimaliseren.
- Klik hier om de bron te zien
- Spreadbury, I. (2012). Comparison with ancestral diets suggests dense acellular carbohydrates promote an inflammatory microbiota, and may be the primary dietary cause of leptin resistance and obesity. Diabetes, metabolic syndrome and obesity: targets and therapy, 5, 175.
Dit e-book scheelt je een consult
Om zoveel mogelijk mensen naar een goede gezondheid te kunnen helpen heb ik een e-book geschreven met meer dan 50 praktische tips. Deze tips zijn bij veel van mijn patiënten succesvol gebleken. Na het lezen kun je direct de eerste stappen zetten en je gezondheid versterken. Je kunt het e-book nu gratis downloaden.
De basis van herstel
Reacties op deze blog
Nico
Wat eet je dan als ontbijt?
Ruud Rotteveel Auteur
Nico, al het andere…er is nog genoeg te eten. Omelet, kokosyoghurt met fruit en noten, salades etc.
Coby
IK heb niet echt een goed gebit heb vaak last van ontstekingen, eigenlijk nooit koorts, en ook slik ik zakjes om naar het toilet te gaan