Lectinen

Wat zijn lectinen?

Lectinen zijn koolhydraatbindende eiwitten die in mensen, dieren en planten te vinden zijn. Ze zijn onder te verdelen in prolaminen en agglutininen. Lectinen spelen een belangrijke rol binnen het immuunsysteem. Ongeveer 30 procent van onze voeding bevat lectinen. Sommige daarvan zijn in verband gebracht met verschillende gezondheidsproblemen, maar niet alle lectinen zijn schadelijk. Lectinen bevinden zich met name in het zaad – de kindjes – van planten, waar ze als afweermechanismen tegen andere planten, insecten, schimmels en ziekten dienen. Lectinen zijn vrij goed bestand tegen onze spijsvertering en kunnen dus vrij lastig verteerd worden.

Welke voeding bevat potentieel schadelijke lectinen?

Lectinen bevinden zich met name in het zaad van de plant. Lectinen die voor sommige mensen schadelijk kunnen zijn zitten in:

  • Granen: zoals tarwe, rogge, spelt, gerst, kamut, haver, rijst, maïs
  • Pseudogranen: zoals amarant, boekweit, quinoa en chiazaad
  • Peulvruchten: zoals sojabonen, bruine bonen, witte bonen, kindey bonen, snijbonen, sperziebonen, erwten en pinda’s (pindakaas, pindasaus)
  • Noten: zoals amandelen, cashewnoten
  • Zaden: zoals zonnebloempitten
  • Nachtschades: zoals aardappelen, tomaten, paprika, aubergine, chilipepers

Lectinen kunnen in het bloed terecht komen

Onderzoek onder 500 gezonde mensen toonde aan dat 8 tot 15 procent van de deelnemers IgG, IgM en IgE antistoffen tegen lectinen aanmaakten. Dit is een aanwijzing dat lectinen het maag-darmkanaal kunnen overleven – ze worden dus niet (helemaal) verteerd. Onverteerde lectinen kunnen vervolgens de darmbarrière passeren en zo in het bloed terecht komen. Dit kan vervolgens tot activatie van het immuunsysteem, ontsteking en auto-immuunreacties leiden.[1]

Lectinen kunnen aan lichaamscellen binden

Zowel darmbacteriën als darmcellen hebben receptoren – soort antennes – voor verschillende lectinen. Als voedingslectinen zich aan darmbacteriën binden, kunnen ze de afgifte van giftige stoffen zoals lipopolysachariden (LPS/endotoxinen) stimuleren. Hierdoor wordt de darm verhoogd doorlaatbaar (lek), waardoor lectinen, maar ook onverteerde voedingseiwitten en bacteriële gifstoffen in de bloedsomloop terecht kunnen komen.

Als gevolg kunnen lectinen zich mogelijk aan een aantal lichaamsweefsels binden, waardoor de structuur ervan verandert. Het gevolg is dat het immuunsysteem dit weefsel niet meer als lichaamseigen herkent, maar als lichaamsvreemd kan gaan zien, waardoor auto-immuun reacties kunnen ontstaan en verschillende auto-immuunziekten bevorderd kunnen worden.

Als het immuunsysteem de aanval opent op de weefsels waaraan voedingslectinen zijn gebonden, kan het risico op het ontwikkelen van auto-immuniteit en auto-immuunziektes aanzienlijk toenemen.[1]

In onderstaande afbeelding kun je zien welke lectinen er mogelijk aan welke lichaamsweefsels kunnen binden.

Tabel Voedingslectinen die aan lichaamsweefsels binden

Lectinen in verband met gezondheidsproblemen

Vanwege de bindingseigenschappen kunnen lectinen – bij sommige mensen – voedingstekorten veroorzaken, de spijsvertering verstoren en ernstige darmbeschadiging veroorzaken. Bepaalde lectinen (prolaminen) kunnen verschillende spijsverteringsenzymen remmen, waardoor ze de vertering van voedsel belemmeren. Zo kan de prolamine gliadine uit tarwe en spelt drie belangrijke enzymen remmen:

  • Lactase – nodig voor de afbraak van melksuiker (lactose)
  • Sucrase – nodig voor de afbraak van suiker (sucrose)
  • Dipeptidyl peptidase 4 (DPP4) – nodig voor de afbraak van gluten, het eiwit caseïne uit zuivel, substance P (overschot is in verband gebracht met huidaandoeningen, acné, oedeem, pijn en obstipatie); de stofwisseling; regulatie van het immuunsysteem[4]

Verder kunnen lectinen de darmflora (darmmicrobioom) veranderen. Ze kunnen onder andere de groei van de darmbacteriën E. coli en Lactobacillus Lactis stimuleren. Deze twee bacteriën zijn met de ontwikkeling van reumatoïde artritis in verband gebracht.[3]

Voedingslectinen zijn met verschillende aandoeningen in verband gebracht, waaronder:[2]

  • Maag- en darmaandoeningen; verstoorde darmflora; verstoorde functie van het darmslijmvlies
  • Diabetes
  • Reumatische aandoeningen, waaronder reumatoïde artritis
  • Nierontsteking (nefritis)
  • Onvruchtbaarheid
  • IgE allergieën
  • Coeliakie en glutensensitiviteit (NCGS)
Klik hier om alle bronnen te zien
[1] Vojdani, A., Afar, D., & Vojdani, E. (2020). Reaction of Lectin-Specific Antibody with Human Tissue: Possible Contributions to Autoimmunity. Journal of Immunology Research, 2020.
[2] Vojdani, A. (2015). Lectins, agglutinins, and their roles in autoimmune reactivities. ALTERNATIVE THERAPIES, 2, 142.
[3] Pusztai, A. (1993). Dietary lectins are metabolic signals for the gut and modulate immune and hormone functions. European Journal of Clinical Nutrition, 47(10), 691-699.
[4] Pruimboom, L., & De Punder, K. (2015). The opioid effects of gluten exorphins: asymptomatic celiac disease. Journal of Health, Population and Nutrition, 33(1), 1-8.

Overige bronnen
De Punder, K., & Pruimboom, L. (2013). The dietary intake of wheat and other cereal grains and their role in inflammation. Nutrients, 5(3), 771-787.

Terug naar kennisbank overzicht