Schildklier

In dit kennisbankartikel lees je alles over de schildklier, schildklierhormonen (T4, T3, FT4, FT3, rT3), schildklieraandoeningen, schildklierantistoffen (anti-TPO, anti-Tg, TSH receptor antistoffen), hypothyreoïdie (traag werkende schildklier), hyperthyreoïdie (snelle schildklier), symptomen, bloedtesten, diagnose, behandeling, voeding, leefstijl en supplementen.

Wat is de schildklier?

De schildklier bevindt zich aan de voorkant van je hals, boven het kuiltje. Het is een klein orgaan dat hormonen produceert (schildklierhormonen). Je schildklier weegt slechts tien tot twintig gram. Het heeft de vorm van een vlinder doordat het uit twee kwabben bestaat die met een smalle brug aan elkaar zijn verbonden. Deze kwabben bevatten kleine blaasjes (follikels) en liggen links en rechts van je luchtpijp. Bij volwassenen hebben ze een grootte van twee bij vier centimeter. Normaal gesproken is je schildklier niet zichtbaar of voelbaar.

Plaats schildklier

Wat doet de schildklier?

Je schildklier produceert hormonen die de werking van vrijwel al je cellen beïnvloeden. Het maakt voornamelijk de schildklierhormonen thyroxine (T4) en trijoodthyronine (T3). Ongeveer 80 procent van de hormonen die je schildklier produceert bestaat uit T4 en zo’n 20 procent uit T3. Je schildklier en schildklierhormonen vervullen veel belangrijke functies die van levensbelang zijn. De bekendste functie is de stimulatie van je basaalmetabolisme (ruststofwisseling). Dit is de minimale hoeveelheid energie die je lichaam in rust verbruikt voor het in stand houden van levensprocessen, zoals ademen en je hartslag. Daarnaast spelen je schildklier en schildklierhormonen een rol bij onder andere:

  • Het stimuleren van de stofwisseling van vet (hierdoor daalt je cholesterol), aminozuren en vitamines
  • Bloedsuikerregulatie
  • Hersenfunctie
  • Spijsvertering (maag, darmen, lever, galblaas, alvleesklier)
  • Hart- en vaatstelsel (regulatie bloeddruk en hartslag)
  • Nierfunctie
  • Geslachtsorganen (cyclus, libido en vruchtbaarheid)
  • Botten
  • Spieren
  • Huid, haar en nagels
  • Lichaamstemperatuur
  • Immuunsysteem

Een overschot of tekort aan schildklierhormoon kan een negatief effect hebben op al deze functies.

schildklierfuncties functies schildklier afbeelding

Hoe werkt de schildklier?

Voor de productie van schildklierhormonen werkt je schildklier samen met twee hersengebieden, namelijk je hypothalamus en je hypofyse. Samen vormen zij de hypothalamus-hypofyse-schildklier-as. Dit wordt meestal afgekort tot HPT-as. Waarom HPT? Omdat het is afgeleid van de Engelse term: Hypothalamic-Pituitary-Thyroid axis. Onderstaande afbeelding geeft de HPT-as weer.

Productie schildklierhormoon via HPT-as

Productie van schildklierhormonen

De productie van schildklierhormonen begint bij je hypothalamus. Dit is een gebied in je hersenen en is als het ware de stuurman van je lichaam. Je hypothalamus maakt een hormoon aan wat we thyrotropin releasing hormone (TRH) noemen. TRH geeft vervolgens een signaal aan een ander hersengebied: je hypofyse.

Hierdoor gaat je hypofyse een hormoon aanmaken wat we thyroid stimulating hormone (TSH) noemen. Of in het Nederlands: schildklierstimulerend hormoon. De naam zegt het al, het schildklierstimulerend hormoon (TSH) stimuleert je schildklier tot de productie van schildklierhormonen (vooral T4 en een beetje T3). Deze productie vindt plaats in de schildklierblaasjes, die zich in je schildklier bevinden. De schildkliercellen maken het eiwit thyreoglobuline (Tg) en het enzym thyreoperoxidase (TPO) aan en brengen deze naar de schildklierblaasjes. Tg bevat het eiwit tyrosine, de bouwstof voor schildklierhormonen. In je schildklierblaasjes wordt dit door het enzym TPO gebruikt voor de productie van schildklierhormonen (80% T4, 20% T3).

Schildkliercel, schildklierfollikel

De schildklierhormonen T4 en T3 zijn opgebouwd uit het eiwit tyrosine en het spoorelement jodium.

T4 = tyrosine + 4 jodiumatomen
T3 = tyrosine + 3 jodiumatomen

Schildklierhormoon T4, T3, rT3

Voor de productie en werking van schildklierhormonen zijn de volgende voedingsstoffen nodig:

Vervoer van schildklierhormonen

TSH zorgt er ook voor dat je schildklier de schildklierhormonen aan het bloed afgeeft. Vervolgens kunnen ze, via je bloed, naar de plaats van bestemming worden vervoerd. Dit transport gebeurt met behulp van de transporteiwitten thyroxine bindend globuline (TBG), transthyretine (TTR) en albumine. TTR werd voorheen prealbumine genoemd. Meer dan 99,5 procent van de schildklierhormonen in je bloed is aan deze transporteiwitten gebonden. Je kunt de transporteiwitten zien als bootjes die de schildklierhormonen T4 en T3 naar de plek van bestemming brengen. Schildklierhormonen worden voornamelijk aan het transporteiwit TBG gebonden (75 procent). Hiermee is TBG de belangrijkste transporteur van schildklierhormonen. Ongeveer 20 procent van je schildklierhormonen wordt door transthyretine (prealbumine) vervoert en 5 procent door albumine.

Verschil tussen gebonden en vrije schildklierhormonen

Slechts minder dan 0,5 procent van de totale hoeveelheid schildklierhormoon in je bloed is ongebonden. Dit worden de vrije schildklierhormonen genoemd. De vrije schildklierhormonen hebben de naam ‘vrij T4’ en ‘vrij T3’ en in het Engels ‘free T3’ (FT3) en ‘free T4’ (FT4). Pas als schildklierhormonen vrij zijn, dus losgekoppeld zijn van hun transporteiwit, kunnen zij hun functies uitoefenen. Dit doen zij voornamelijk door zich te binden aan de schildklierhormoonreceptoren, die zich in de celkern van al je cellen bevinden.

Werking schildklierhormoon

Verschil tussen T4 en T3

FT4 en FT3 verschillen qua structuur van elkaar, maar ook qua functie. FT3 heeft meer effecten op je lichaam dan FT4. Daarom wordt FT3 ook wel het actieve schildklierhormoon genoemd en FT4 het inactieve of minder actieve schildklierhormoon.

Omzetting van schildklierhormonen

Het grootste deel van het minder actieve T4 wordt in je cellen omgezet naar het actievere T3. Dit gebeurt vrijwel in elke cel, maar de grootste hoeveelheid wordt omgezet in je lever. T4 wordt door de 5’deiodinase enzymen D1 en D2 omgezet naar T3. Tijdens dit proces wordt er één jodiumatoom van T4 afgehaald, waardoor het actievere schildklierhormoon T3 ontstaat.

T4 wordt ook deels omgezet in reverse T3 (rT3), gesulfateerd T4 (T4S) en in geglucuronideerd T4 (T4G). T4S en T4G kunnen vervolgens in je darmen met behulp van darmbacteriën worden gerecycled. Een deel kan weer omgevormd worden tot T4, wat vervolgens opgenomen kan worden in je bloed en daarna hergebruikt kan worden. Je darm, met T4S en T4G, kan daarom als reservoir voor schildklierhormonen worden gezien. De rest van de T4S en T4G wordt via je darm uitgescheiden en verlaat je lichaam.

De omzetting van T4 naar rT3 voorkomt een overschot aan T4. Dit proces vindt altijd plaats, maar in bepaalde situaties stijgt de concentratie van rT3 in je bloed. Dit gebeurt onder andere bij:

  • Ontstekingen (waaronder longontsteking en darmontstekingen, zoals Crohn en Colitis) en stress
  • Levercirrose
  • Acute febriele ziekte
  • Eiwit-calorische ondervoeding
  • Uithongering (<800 kcal per dag)
  • Diabetes
  • Propranolol en alprenolol (bètablokkers: worden gebruikt voor het verlagen van de hartslag en de bloeddruk)
  • Chronisch alcoholisme
  • Hartinfarct

In tegenstelling tot T3 is rT3 niet in staat om je stofwisseling te verhogen. Bij een verhoging van rT3 kan je stofwisseling verlagen en kunnen er klachten van een traag werkende schildklier (tekort aan schildklierhormoon) ontstaan. Dit proces kan gaande zijn terwijl je TSH en T4 normaal zijn.

Voorkomen van overproductie schildklierhormonen

Zodra je voldoende schildklierhormonen in je bloed hebt, wordt de productie van TRH en TSH in je hersenen geremd. Met name T4 zorgt voor deze remming. Hierdoor stopt je schildklier met de vrijgave en aanmaak van schildklierhormonen. Op deze manier wordt voorkomen dat je te veel schildklierhormoon maakt. Dit wordt het negatieve feedbackmechanisme van de HPT-as genoemd. Zodra je schildklierhormonen hebt verbruikt en de hoeveelheid in je bloed afneemt, start de hypothalamus weer met de productie van TRH en neemt de productie van schildklierhormonen weer toe. Op deze manier wordt de hoeveelheid schildklierhormonen in je bloed normaal gesproken gereguleerd.

Schildklieraandoeningen

Bij schildklierziekten wordt de productie van schildklierhormonen verstoord. Dit kan leiden tot:

  • Een tekort aan schildklierhormonen. De medische term hiervoor is hypothyreoïdie en in de volksmond wordt dit een te trage schildklier, traag werkende schildklier, vertraagde schildklier of langzaam werkende schildklier genoemd.
  • Een teveel aan schildklierhormonen. De medische term hiervoor is hyperthyreoïdie en in de volksmond wordt dit een te snelle schildklier, snel werkende schildklier, versnelde of snel werkende schildklier genoemd.

Daarnaast kan hebben sommige mensen last van schildklierknobbels (nodules) of struma (krop), een vergroting van de schildklier.

Trage schildklier (hypothyreoïdie)

Een traag werkende schildklier kan veel uiteenlopende symptomen en klachten veroorzaken. Zowel fysieke als mentale.

Lichamelijke klachten:

  • Vermoeidheid
  • Vaak koud hebben
  • Droge, koude, bleekgele huid
  • Traagheid in denken en handelen
  • Langzame spraak
  • Geheugenverlies (concentratiestoornissen)
  • Psychische klachten zoals depressiviteit en apathie
  • Myxoedeem (verdikte huid waarin je geen ‘putjes’ kan drukken, bijvoorbeeld rond de ogen en op de onderbenen)
  • Spierzwakte
  • Spierpijn en stijfheid, met name in armen, benen en heupen
  • Gewrichtspijn
  • Carpale tunnelsyndroom: tintelingen in de handen
  • Hartklachten
  • Bros en uitvallend haar
  • Breekbare, brosse nagels
  • Wenkbrauwuitval
  • Gewichtstoename
  • Kortademigheid (oppervlakkige ademhaling), benauwdheid
  • Hese, krakende stem
  • Verstopping darm, obstipatie
  • Doofheid
  • Tinnitus
  • Oogklachten (Graves ophthalmopathie bij (circa 3%) ziekte van Hashimoto)
  • Heftige menstruaties

Psychische klachten:

  • Depressiviteit
  • Emotionele labiliteit
  • Concentratie- en geheugenverlies
  • Nervositeit
  • Vermoeidheid
  • Gevoel van uitputting
  • Burn-out
  • Angst, argwaan
  • Agressie
  • Laag zelfvertrouwen
  • Psychische belasting

Symptomen trage schildklier

Bij de aanwezigheid van bovenstaande klachten zal een arts lichamelijk onderzoek doen en de schildklier onderzoeken met behulp van een bloedtest. Met bloedonderzoek kan de diagnose trage schildklier worden gesteld. Er is sprake van een trage schildklier als in het bloed de TSH verhoogd is en het vrije T4 (FT4) verlaagd. Soms is alleen de TSH verhoogd, terwijl het FT4 normaal is. In dat geval is er sprake van subklinische hypothyreoïdie. Er is dan een licht tekort aan schildklierhormonen. Klik hier om meer te lezen over bloedonderzoek en bloedwaarden bij een trage schildklier.

Er zijn verschillende oorzaken van een langzaam werkende schildklier. In westerse landen is de meest voorkomende oorzaak een auto-immuunziekte van de schildklier. Hierbij worden lichaamseigen cellen (de schildkliercellen) en weefsels door het immuunsysteem aangevallen. Deze aandoening wordt de ziekte van Hashimoto genoemd. Een traag werkende schildklier wordt in meer dan 90 procent van de gevallen veroorzaakt door deze schildklierziekte. Hashimoto kan met een bloedtest gediagnosticeerd worden. Er is dan sprake van een verhoging van antistoffen tegen de schildklier (schildklierantistoffen). Meer specifiek: een verhoging van anti-TPO (TPOAb) en/of anti-Tg (TGAb) schildklierantistoffen. Klik hier om meer te lezen over het meten van Hashimoto.

Andere mogelijke oorzaken van een trage schildklier zijn:

  • Zwangerschap (postpartum thyreoïditis)
  • Medische behandeling (iatrogene hypothyreoïdie)
  • Medicijnen: Lithium (depressie), Amiodaron (hartritmestoornissen), radioactief jodium (bij snelle schildklier, ziekte van Graves)
  • Schildklieroperatie (gedeeltelijke of gehele verwijdering van de schildklier)
  • Bestraling van de hals
  • Virale infectie van de schildklier (ziekte van De Quervain)
  • Aangeboren schildklierafwijking (congenitale hypothyreoïdie)
  • Niet goed werkende hypofyse (secundaire hypothyreoïdie)
  • Niet goed werkende hypothalamus (tertiaire hypothyreoïdie)
  • Voedingstekorten, waaronder een jodiumtekort (in Nederland is een tekort aan jodium zelden de oorzaak van een vertraagde schildklierfunctie)
  • Langdurig vasten en langdurige ondervoeding (te weinig calorieën)
  • Stress (remt TRH, TSH en omzetting van T4 naar T3)
  • Chronisch alcoholgebruik (alcohol is giftig voor schildkliercellen)

De reguliere medische behandeling van een trage schildklier bestaat vrijwel altijd uit het slikken van schildkliermedicatie, wat synthetische schildklierhormonen bevat. De werkzame stof hierin is levothyroxine. Dit is het T4 hormoon. In sommige gevallen schrijft een arts of endocrinoloog T3 medicatie (Cytomel) voor. En sommige natuurartsen en orthomoleculaire artsen schrijven natuurlijk schildklierhormoon voor. Subklinische hypothyreoïdie wordt meestal niet behandeld.

Hoewel schildklierhormoonmedicatie in vrijwel alle gevallen noodzakelijk is en klachten vermindert, blijven sommige schildklierpatiënten (zo’n 15 procent) klachten houden. Dit worden restklachten genoemd. In veel gevallen kun je deze restklachten verminderen of oplossen door aanpassingen in je voeding en leefstijl. Het gebruik van sommige supplementen helpt vaak ook. Voeding, leefstijl en bepaalde supplementen kunnen ook een positieve invloed hebben op je schildklierwaarden bij subklinische hypothyreoïdie. Klik hier voor meer informatie hierover.

In mijn workshop Schildklierklachten Verminderen deel ik de meest effectieve strategieën voor het verminderen van restklachten bij een schildklieraandoening.

Schildklier Workshop Schildklierklachten Verminderen. Ruud Rotteveel

Snelle schildklier (hyperthyreoïdie)

Een snelle schildklier kan tot diverse mentale en fysieke klachten leiden. Kenmerken van hyperthyreoïdie zijn onder andere de volgende klachten:

  • Vaak warm hebben, overmatig zweten
  • Nervositeit, opgejaagd gevoel
  • Slaapproblemen
  • Gewichtsverlies, ondanks toegenomen eetlust
  • Vermoeidheid
  • Snelle maag-darmpassage (slappe ontlasting)
  • Versnelde en/of onregelmatige hartslag, hartkloppingen
  • Trillen van spieren
  • Trillende handen
  • Emotionele instabiliteit, geïrriteerdheid, angst, andere psychisch klachten

Symptomen trage schildklier (hypothyreoïdie) en snelle schildklier (hyperthyreoïdie)

Bij bovenstaande klachten zal de arts je schildklier onderzoeken met een bloedtest. Hierbij worden de schildklierwaarden TSH en FT4 gemeten. De diagnose snelle schildklier wordt gesteld als in je bloed de TSH verlaagd is en het FT4 verhoogd.

Een snel werkende schildklier kan door verschillende factoren worden veroorzaakt, maar de meest voorkomende oorzaak is een auto-immuunziekte van de schildklier. Deze schildklierziekte wordt de ziekte van Graves genoemd. Dit kan met bloedonderzoek worden gemeten. Bij de ziekte van Graves is er een verhoging van schildklierantistoffen. Meer specifiek een verhoging van TSH receptor antistoffen.

Andere mogelijke oorzaken van een te snelle schildklier zijn:

  • Stille lymfocytaire thyreoïditis (auto-immuun)
  • Nodulair struma (vergrote schildklier met knobbels)
  • Toxisch adenoom (groep cellen van de schildklier groeit te snel)
  • Virale infectie van de schildklier
  • TSH-producerend hypofyseadenoom
  • Zwangerschapsthyreotoxicose (tijdens 1e trimester zwangerschap)
  • Medische behandeling: amiodaron, lithium of contrastmiddelen met jodium

Meestal wordt een snelle schildklier behandeld met schildklierremmers. Dit zijn medicijnen die de werking van je schildklier remmen. Hierdoor maak je minder of geen schildklierhormonen meer aan. Vaak worden deze medicijnen in combinatie gebruikt met levothyroxine. Dit medicijn bevat het synthetische schildklierhormoon T4. Hiermee zorg je ervoor dat je voldoende schildklierhormonen hebt, ondanks je schildklierfunctie wordt geremd met schildklierremmers. Deze behandeling wordt Block-and-replace genoemd.

Een andere optie is titratie. Hierbij wordt alleen een schildklierremmend medicijn gebruikt in een minimale dosering, zodat je schildklier nog wel zelf schildklierhormonen aanmaakt, maar net voldoende wordt geremd om een overmatige productie te voorkomen. Dit is een vrij nieuwe methode en veel artsen zijn hier nog niet bekend mee of hebben hier geen ervaring mee.

Als eerdergenoemde optie niet mogelijk zijn, dan kan er gekozen worden voor een behandeling met radioactief jodium. Dit wordt door je schildklier opgenomen en vervolgens wordt je schildklier (voor een deel) uitgeschakeld. Als je schildklier te veel wordt uitgeschakeld moet je daarnaast levothyroxine gebruiken om het tekort van de lichaamseigen schildklierhormoonproductie aan te vullen.

En tot slot is het mogelijk om je schildklier (gedeeltelijk) te verwijderen via een operatie. Als je hierdoor te weinig schildklierhormonen aanmaakt, is ook hier aanvulling met levothyroxine noodzakelijk.

Een juiste behandeling van hyperthyreoïdie is van levensbelang. Een overschot aan schildklierhormonen kan namelijk levensgevaarlijke gevolgen hebben. Helaas blijft een deel van de schildklierpatiënten klachten houden, ondanks een goede medische behandeling. In dat geval kan het helpen om je voeding en leefstijl aan te passen. Bepaalde supplementen kunnen soms ook helpen met het verminderen van restklachten.

In mijn workshop Schildklierklachten Verminderen deel ik de meest effectieve strategieën voor het verminderen van restklachten bij een schildklieraandoening.

De oogziekte van Graves

De oogziekte van Graves (ophthalmopathie) is een aandoening waarbij de oogleden rood en gezwollen worden en de ogen uitpuilen. Dit kan zorgen voor droge, rode of tranende ogen, dubbelzien en gevoeligheid voor licht. De oogziekte van Graves komt vooral voor bij mensen met de ziekte van Graves. Heel soms komt het ook voor bij mensen met Hashimoto. Behandeling van de oogziekte kan bestaan uit bepaalde medicijnen en/of operaties.

Struma en knobbels

Een struma (ook wel krop genoemd) is een zichtbare en voelbare vergroting van je schildklier. Het kan voorkomen bij zowel een trage als snelle schildklier, maar de schildklierfunctie kan ook normaal zijn. Struma kan verschillende oorzaken hebben, waaronder een tekort aan jodium, schildklierontsteking, thiocyanaat, schildklierremmende middelen en lithium.

De struma kan egaal zijn of met knobbels. Schildklierknobbels worden nodules genoemd. Meestal zijn de knobbels goedaardig. In ongeveer vijf procent zijn ze kwaadaardig. Als er slechts één knobbel aanwezig is, wordt dit een nodus genoemd. Bij de aanwezigheid van meerdere knobbels wordt het multi-nodulair genoemd. De behandeling hangt af van de grootte en functie van de knobbels en kan bestaan uit medicatie, afwachten of een operatie.

Schildklierontsteking

Schildklierontsteking is een ontsteking van de schildklier en kan acuut of chronisch zijn. Acute schildklierontsteking kan leiden tot pijn in de hals, koorts en een verhoogd CRP gehalte in je bloed. Chronische schildklierontsteking kan leiden tot een trage schildklier en vermoeidheid. De behandeling hangt af van de oorzaak en ernst van de ontsteking.

Schildklierkanker

Schildklierkanker is een zeldzame vorm van kanker die ontstaat in de schildklier. Soms zijn er geen klachten, maar soms kan er een zwelling in de hals zijn. Behandeling kan bestaan uit een operatie, radiotherapie en/of medicatie.

Overige schildklierproblemen

Voorbeelden overige schildklierproblemen zijn:

  • Allan-Herndon-Dudley-syndroom (AHDS): een zeldzame genetische aandoening die wordt gekenmerkt door een defect in het transport van schildklierhormonen naar de hersenen.
  • Acute bacteriële schildklierontsteking: een zeldzame ontsteking van de schildklier die wordt veroorzaakt door een bacteriële infectie.
  • Hashimoto encephalopathie: een zeldzame aandoening waarbij je schildklier antilichamen produceert die je hersenen aantasten, wat kan leiden tot verwardheid, geheugenverlies en bewegingsstoornissen.
  • Hashitoxicosis: In sommige gevallen kan de ziekte van Hashimoto in de beginfase klachten van hyperthyreoïdie vertonen (Hashitoxicose). Dit komt doordat het immuunsysteem je schildkliercellen kapot maakt, waardoor er schildklierhormonen uit de schildkliercellen (specifiek uit de follikels) vrijkomen en in je bloed belanden. Dit kan leiden tot een tijdelijk overschot aan schildklierhormonen in je bloedbaan. Deze hyperthyreoïdie fase is tijdelijke en zal uiteindelijk overgaan in hypothyreoïdie.
  • Struma van Riedel: een zeldzame aandoening waarbij je schildklier geleidelijk verandert in een harde, vezelachtige massa die andere structuren in de nek kan beïnvloeden.
  • Syndroom van Refetoff: een zeldzame genetische aandoening waarbij je lichaam resistent is tegen schildklierhormonen, wat leidt tot hoge niveaus van TSH en lage niveaus van schildklierhormonen.

Aandoeningen bij kinderen

Ook bij kinderen kunnen schildklieraandoeningen voorkomen, zoals aangeboren afwijkingen (congenitale hypothyreoïdie) en schildklierontsteking. Het is belangrijk om klachten bij kinderen tijdig te herkennen en te behandelen.

Schildklier en de overgang

Tijdens de overgang kan je schildklier minder goed gaan werken, wat kan leiden tot klachten als vermoeidheid en gewichtstoename. Het is belangrijk om tijdig je schildklierfunctie te laten controleren.

Schildklier en vruchtbaarheid

Een schildklieraandoening kan ervoor zorgen dat je minder vruchtbaar/onvruchtbaar bent en kan het daardoor moeilijker maken om zwanger te worden. Zowel een tekort als teveel aan schildklierhormonen kan hiervoor zorgen.

Zwangerschap en schildklieraandoeningen

Een schildklieraandoening ontstaat vaak na een zwangerschap. Waarschijnlijk wordt dit uitgelokt door de hormonale veranderingen die tijdens en na de zwangerschap optreden. Tijdens de zwangerschap kunnen schildklieraanziekten invloed hebben op je zwangerschap en de ontwikkeling van het ongeboren kind. Een te trage schildklier kan leiden tot miskramen en groeiachterstand van de baby. Ook is er een verband gevonden tussen verhoogde anti-TPO en anti-Tg schildklierantistoffen en een groter risico op miskramen. Daarnaast kan een te snelle schildklier leiden tot vroeggeboorte en groeivertraging van de baby. Het is daarom belangrijk om je schildklierfunctie goed te laten controleren tijdens de zwangerschap.

Multimorbiditeit (meerdere aandoeningen)

Mensen kunnen ook te maken krijgen met multimorbiditeit, wat inhoudt dat ze meerdere aandoeningen hebben, waaronder mogelijk ook schildklieraandoeningen. Dit kan complicaties met zich meebrengen en vraagt om een integrale aanpak van zorg. Het is daarom belangrijk om de verschillende aandoeningen goed in kaart te brengen en samen met de patiënt en verschillende zorgverleners te kijken naar een passend behandelplan.

Het is belangrijk om bij klachten en vragen over de schildklier contact op te nemen met een huisarts of specialist. Zij kunnen verder onderzoek en behandeling bieden. De behandeling en prognose van schildklieraandoeningen kunnen sterk verschillen, afhankelijk van de aard en ernst van de aandoening. Het is daarom van groot belang om tijdig de diagnose te stellen en een passende behandeling in te zetten.

Online workshop Schildklierklachten Verminderen

In mijn workshop Schildklierklachten Verminderen deel ik de meest effectieve strategieën voor het verminderen van restklachten bij schildklieraandoeningen. Klik hier voor meer informatie.

Schildklier Workshop Schildklierklachten Verminderen. Ruud Rotteveel

Terug naar kennisbank overzicht